Met ABLLS-R (Assessment of Basic Language and Learning Skills) kun je in kleine stapjes werken aan het ontwikkelen van vaardigheden. Het is een Engelstalig curriculum dat bestaat uit een handleiding en een protocol om de daadwerkelijke voortgang in de ontwikkeling van vaardigheden te meten. ABLLS-R richt zich op 25 vaardigheidsgebieden zoals taal, motorisch, sociaal, schrijven en aankleden. Deze vaardigheidsgebieden zijn op hun beurt weer opgeknipt in ruim 500 kleine taken. Na een eerste nulmeting kunnen individuele doelen worden gesteld om aan de vaardigheidsontwikkeling te gaan werken in een zogenaamd IEP. Het spelmateriaal op Educratief kan ingezet worden bij de taken behorende bij gestelde individuele leerdoelen. Je kunt ABLLS-R bij ons bestellen in de webshop. Voor het inhoudelijk gebruik van ABLLS-R verwijzen wij je graag naar professionals binnen ons netwerk. Zij kunnen ook ondersteuning bieden bij de vormgeving van de lessen en de specifieke ondersteuning zoals bijvoorbeeld aanpassingen aan de leeromgeving, aanbieden van het materiaal, prompten en bekrachtigingsmethodieken.
Bij de fijne motoriek gaat het over het gebruiken van de handen en/of vingers. Als er problemen zijn met de fijne motoriek dan merk je dat bijvoorbeeld door dat het kind niet of nauwelijks in staat is om bijvoorbeeld zelf te eten, zich aan te kleden, deuren te openen, haren te kammen, tanden te poetsen, te kleuren en schrijven. Als je het kind observeert dan zie je misschien dat het moeite heeft met fijne motorische activiteiten zoals grijpen, wijzen en pakken. Veel spelmateriaal en speelgoed vereist een goede fijne motoriek om er op de juiste manier mee om te gaan. Speelgoed vraagt over het algemeen interactie. Het kind moet het speelgoed optillen, duwen, trekken, opwinden of schudden om het te laten reageren. Veel autistische kinderen vinden het ook leuk om in dingen te knijpen, wat geweldig is voor het verbeteren van de kracht van de onderarm en vingers.
Binnen ABLLS is er ruim aandacht voor de fijne motoriek in onderdeel Z. Er zijn 28 aparte taken en doelen geformuleerd om te werken aan een versterking van de fijn motorische vaardigheden. In deze blog zullen we er een aantal uitlichten met verwijzing naar de bij ons verkrijgbare spelmaterialen.
Z2: Blokken in een vormenstoof. Het kind kan de juiste blokjes in de bijbehorende vormen van de stoof stoppen. Ook hier gaat het om succeservaringen. Je kunt met 1 blokje beginnen en dat modelleren. Ook kun je het kind hand over hand ondersteuning geven bij het plaatsen van het blokje. Denk ook eens goed na over de positie van het kind ten opzichte van de vormenstoof. Is de afstand niet te groot? Zijn de vormen goed zichtbaar? Als er wat succes komt dan kun je het aantal blokjes uitbreiden aan dezelfde zijde. Later kun je meer blokjes toevoegen zodat het kind de vormenstoof moet gaan draaien om de juiste vormen te vinden. Het uiteindelijke doel is de volledige vormenstoof zelf te vullen.
Z6: Voorwerpen van hand naar hand geven. Je kunt het kind allerlei verschillende voorwerpen geven en vragen om dat van de ene hand naar de andere hand te doen. Je kunt dit opbouwen van voorwerpen die makkelijk vasthouden of klein zijn naar meer uitdagende voorwerpen. Om het vasthouden en de kracht in de vingers te versterken kun je ook werken met stukjes papier en karton om te scheuren. Steeds dikkere en kleinere stukjes vragen meer en meer kracht. Je kunt dat ook doen met deeg. Van het vormen van grote deegballen met de handpalmen tot kleine balletjes ter grootte van een erwt.
Z14: Kralen rijgen. Het rijgen van kralen is een hele leuke oefening om te werken aan de fijne motoriek. Binnen ons aanbod hebben we diverse kralensets. Van sets met hele grote gaten en grote kralen tot hele kleine kraaltjes met kleine gaatjes. Het is een hele uitdaging om te rijgen! Ook oefenen met rijgplankjes is een leuke uitdaging. Door goed te kunnen rijgen leert het kind ook om later schoenen te kunnen veteren en bepaalde rijgsluitingen dicht te krijgen.
Z7: Pennetjes in een gaatjesplank stoppen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een pinnenbord of een mozaïek. Hier kun je ook variëren van grote insteekvormen en grote gaten tot het kleine priegelwerk.
Z16: Papier knippen. Het kind gaat oefenen met het knippen van papier langs lijnen. Eerst langs een rechte lijn en later gebogen en gedraaide lijnen en uiteindelijk figuren (Z27). Van belang hierbij zijn de schaar die je gebruikt (zelfopenend of niet of grootte), de voorbeeldlijnen (dik/dun), het door te knippen materiaal, etc Hier is genoeg te oefenen!
Z23: Ringen of kralen om een pin schuiven. Hier zijn diverse materialen voor zoals kleurentorentjes en stapeltorens. Deze zijn ook goed te gebruiken als de grove motoriek van het kind ook niet optimaal is en door schudden blokkentorens eenvoudig kunnen omvallen. Met de pinnen en staafjes staat alles een stuk stabieler.
Je hebt uiteraard niet overal specifieke spelmaterialen voor nodig om aan de fijne motoriek te werken. Je kunt ook alledaagse voorwerpen gebruiken in ABLLS-R zoals het opvouwen van papiertjes (Z26), deksels op potjes draaien (Z24) en los draaien (Z15) (leuk om te doen als er iets leuks of lekkers in het potje zit als beloning :), plaatjes uitknippen en plakken met lijm Z18, Z27), kleuren in een kleurboek (Z10), bladzijden omslaan in boekjes (Z8), etc.